Nadien naar beneden gefietst om er de Vesder te
gaan aanschouwen
De rivier had een nooit eerder geziene breedte
gekregen en stroomde met een verbazingwekkende snelheid en kracht. Wee
wie daar in terecht kwam.
Terug thuis viel even later de stroom uit. Een avondlijke telefoon naar
‘Ores’ leverde het langskomen van een technieker op, maar die bleek
machteloos: in heel de vallei lag de stroom uit door ondergelopen
elektriciteitscabines. Het zou dagen kunnen duren voor we weer stroom
hadden. Gelukkig waren we midden juli, als de dagen op hun langst zijn
en er ondanks de donkerte van regendagen toch tot zo’n 11 uur opgebleven
kon worden. Lang getelefoneerd werd er die eerste avond nog met moeder
in Brabant en mijn broer in (de provincie) Limburg. Een set van – eerder
via de pc opgeladen – sterke fietslichten, zorgde die eerste en de
volgende avonden voor licht in de duisternis.
De ochtend van
donderdag 15/7bleek ook de telefoon en de internetverbinding (via
Proximus) niet meer te werken. Zelfs bellen via GSM verliep moeilijk:
“Netwerk bezet”. Mijn broer in Leuven kon ik wel bereiken om via hem,
moeder gerust te stellen.
Toen het water van het toilet ‘rare’
geluiden maakte, alles met leidingwater gevuld wat er aan grote bekers
en kommen te vinden was. Door de regenbuien liep ik wat over en weer
naar de buren voor overleg. Mochten we het leidingwater nog drinken ?
Onzekerheid. ’s Avonds laat pas drong de omvang van de ramp door. De
dochter van de buurvrouw meldde de vernielingen in Dolhain. Mijn broer
in (de provincie) Limburg telefoneerde over hoe dramatisch het volgens
de VRT-TV-journaals gesteld was in Pepinster, Verviers en Limbourg.
“Mensen zitten op de daken te wachten tot ze gered worden.” En de
spoorlijn tussen Luik en Verviers: voor maanden buiten gebruik.
De
pers: ‘ongemakkelijke waarheid’ verdoezelen of blijven herhalen ?
Vrijdag 16/7: bij het opstaan in de badkamer met de voeten in het water beland: diepvries ontdooid. Meteen alle vis, soep en groenten er uit
gehaald en gaan wegwerpen op onze composthoop verderop. De frigo stond
ook al nat maar die was gelukkig bijna leeg.
Op de middag met
buurvrouw Merry per auto gaan winkelen in het hoger gelegenStembert.
Flessenwater bijhalen. Van de ramp daar geen spoor. Wel lege rekken in
de Delhaize: vanuit lager gelegen buurten werd er gehamsterd. Vier
kranten gekocht en thuis verslonden: de foto’s en bijhorende toelichting
brachten de ramp nog dichterbij.
“L’impuissance”
titelde La Libre Belgique op zijn voorpagina boven de foto van een vrouw
die tot boven haar middel door het water waadde. “Déluge jamais vu sur
la Belgique: LE CHAOS” coverde La Dernière Heure. “Wat een ramp –
Minstens 10 doden” had Het Laatste Nieuws bovenaan zijn pagina één.
Grenz Echo – “die deutschsprachige Tageszeitung in Ostbelgien”- coverde:
“Apokalyptische Zustände in der Provinz Luttich – Dutzende Menschen
starben in den Fluten – Eine Schneise der Verwüstung.”
Merkwaardig genoeg meende de editorialist van Het
Laatste Nieuws– ene Jeroen
Bossaert – Greta Thunberg en Europees commissaris Frans Timmermans te
moeten kapitelen omdat ze het noodweer aangrepen
om de bevolking te wijzen op de klimaatproblematiek.
Bossaert verweet hen de mensen angst aan te jagen. Volgens hem “wil de
pragmatische, maar al te vaak zwijgzame massa” (…) “niet voortdurend de
les gelezen worden.” Wat stelt Bossaert dan zelf voor ? Het schrijven
van verhaaltjes met een happy end ? Zoals dat nieuw EPO-boekje “Het Rijk
der Vrijheid. Brieven uit de toekomst” ? Dat fantaseert er op los over
hoe “in 2068 het klimaat is gered, onze steden genezen van betonschurft,
onze lucht gezuiverd van cynisme” enzoverder …
In onze Frans- en Duitstalige pers vielen
interessanter commentaren te lezen. Gilles Toussaint had het in zijn
edito in La Libre erover dat we uit deze overstromingen lessen moeten
trekken en dat de klimaatkwestie geen kwestie van politiek of ideologie
maar van wetenschappelijke vaststellingen is. We moeten onze manier van
leven structureel veranderen want de uitvlucht dat
het klimaat pas morgen toeslaat, wanneer we al dood zijn, gaat niet
langer op: “Voilà. Nous sommes demain. Et demain ne fait que commencer.”
La Dernière Heure liet klimaatdeskundige
Jean-Pascal Van Ypersele aan het woord. Van hem kunnen we deze
eenvoudige constatering herhalen. 1/Het klimaat
warmt op. 2/ Dat betekent meer waterdamp in de lucht.
Essentiële fysica. 3/ Dus riskeren we meer extreme regens en langdurige
regenperiodes.
In Grenz Echo wees Oswald Schröder in zijn ‘Kommentar’
op hoe merkwaardig het was dat net op de dag dat EU-commissaris
Tindemans zijn klimaatplannen voorstelde (DGB 2172), Duitsland en België
door overstromingen getroffen werden. “Nun ist sie da, die Katastrophe”.
Ondertussen branden wereldwijd bossen. De tot voor kort zeer abstract
lijkende ‘Kimawandel’ wordt ‘Realität’.
Naast het ‘Kommentar’ op pagina 2 berichtte Grenz
Echo ook over hoe de “UN und Thunberg” de link leggen tussen de
overstromingen en het klimaat, maar ook hoe de EU-klimaatplannen tot
sociale onrust kunnen leiden. Om het met de woorden van een Groene
Belg-lezer op woensdagochtend 14 juli samen te vatten: “De EU-plannen
gaan de mensen veel geld kosten. De EU lijkt er vooral op uit om grote
bedrijven goed te laten verdienen. Heelder sectoren zoals de
vleesindustrie blijven compleet buiten schot. En wat zal het opleveren
als China massaal steenkoolcentrales blijft bouwen ?”
Maandag 9 augustus verschijnt overigens een nieuw
klimaatrapport van het Wetenschappelijke
VN-klimaatpanel (IPCC). Het wordt het lijvigste sinds dat van 2013. Uit
wat er al uit lekte, valt af te leiden dat het nog een
stuk ‘alarmerender’ zal zijn dan de vorige rapporten omdat het
klimaat sneller verandert dan de wetenschappers tot nu hadden ingeschat,
omdat we ook steeds meer ‘kantelpunten’ naderen of al overschreden
hebben. In een voorbeschouwing in De Volkskrant van 6/8 stelde de
Wageningse hoogleraar Marten Scheffer dat “als we zo doorgaan, een derde
van de mensheid over 50 jaar op een plek woont waar ze eigenlijk weg
moeten, omdat aanpassing aan het nieuwe klimaat niet goed mogelijk is.
Dat kan tot grote culturele fricties leiden, tot spanningen, tot
conflicten. We hebben al moeite met een paar miljoen migranten, laat
staan met een paar miljard.”
De Volkskrant.
Water kan zich een weg banen door zowat
alles heen: rots, beton
…
Terug naar de eigen vaststellingen.
Vrijdagnamiddag trok ik toen het even ophield met regenen, te voet naar
het hoger gelegen Limbourg. Onderweg merkte ik de
ravage die een bronbeek had aangericht. Ze had haar bedding
verlegd en de bosweg twee keer over een lengte van meerdere meters
gespleten. Een duidelijke toepassing van iets wat ik later in een krant
als een aanbeveling terug vond: dat we het water ook langs holle wegen
zich een weg moeten laten banen. Nieuwe regen deed me terugkeren.
In de ochtend van zaterdag 16 juli was het
regenen eindelijk opgehouden. Naar Dolhain gefietst
om er ter plaatse te gaan zien wat er bv. waar was van de buurvrouw die
gesteld had dat ‘onze’ Delhaize “n’existe plus”. Onderweg de eerste
grote hopen afval tegengekomen en al het aangespoelde tuig in de vallei:
Bijna in Dolhain bleek in een bocht de
helft van de weg die Verviers met Limbourg en Eupen verbindt (de RN 61),
te zijn weggespoeld. Toen kon ik er nog langs, maar later werd
de weg volledig afgesloten.
Dolhain na de overstroming: deprimerend
Wat een trieste toestand in Dolhain. Enorme
ravage. Deprimerend. Een agent die de dag voordien naar een
buurvrouw was komen informeren omdat haar dochter haar niet kon
bereiken, meldde me op het kruispunt waar hij op wacht stond, dathet
water in het centrum tot 2 meter hoog gestaan had. Heel de
benedenstad was ondergelopen. In de Delhaize had ik wel alweer licht
zien branden, maar de lokale apotheken en de krantenwinkel, het
politiekantoor en het gemeentehuis waren ondergelopen. De administratie
zou nadien tijdelijk in containers gehuisvest worden.
Dan bergop gefietst naar het
veel hoger gelegen historische Limbourg. Daar geen spoor van
wateroverlast maar via een praatje met een paar
vrouwen op het marktplein kwam ik wel te weten dat ook
zij zonder stroom en telefoonzaten.
Verviers: om te huilen
Terug thuis vertelde de jongste van mijn drie
buurvrouwen dat ik nu naar Verviers moest. “Je moet de ‘Rue de Limbourg’
gaan zien”. Na het richting Verviers afslaan beneden aan de ‘rotonde
Jean Mobers’, trof me meteen de verwoesting die het
gehucht Surdent getroffen had. Overal waren mensen puin aan het
ruimen. Na Surdent volgt een bosrijk gebied, maar de Vesder die daar een
stuk lager stroomt, lag vol met afval en overal in de bomen hingen
slierten plastic. Wanneer zullen die daar ooit uit verdwijnen ?
Langs de vernielde ‘Troc’ (tweedehandswinkel) dan
in de rampenzone terecht gekomen.
Overal stonden
of lagen kapotte auto’s én alle 5 autoshowrooms langs
de ‘rue de Limbourg’ (in L’Avenir van 20/7 “le boulevard de l’automobile”
genoemd) waren eveneens vernield. Je zal
van hier maar met de wagen naar je werk moeten.
In Verviers
zelf werd de miserie nog erger. Erg was het aanschouwen van de centraal
gelegen Carrefour. Waar
vroeger een kleurrijke supermarkt was, restte na de doortocht van het water
én plunderaars, slechts een zwart gat. Verderop was overigens
ook nog een Delhaize geplunderd. Volgens een buurvrouw “het werk van
Afrikanen”. (Op een krantenfoto leek het te gaan om Noord-Afrikanen.) De
politie was volgens haar in de buurt, maar stond machteloos. Later
merkte de sociaal werkster hoe in een wasserette in Verviers mannen
opdoken met gestolen kleding: “de beveiligingsknoppen hingen er nog
aan”.
Ervaarde ik bij het aanschouwen die ochtend van
de Vesder richting Dolhain nog bepaalde gevoelens van ‘waaw,
sensationeel’ … dan overviel me in Verviers echt verslagenheid. De
ravage was erom te huilen.
Maar toch zag je ook alweer mannen op terrasjes
zitten koffie drinken terwijl
aan de overkant van de straat volop puin geruimd werd. Het volstond
immers om net iets hoger te wonen om aan het water ontsnapt te zijn.
Toen ik foto’s maakte van de rond een
verkeersbord gewonden slierten afval, sprak een man me aan: “Dan had ik
nog liever dat mijn huis zou zijn afgebrand,
dan dat ik in zo’n smurrie zou moeten herbeginnen.”
De zon scheen die ochtend en wat me op de
terugweg te midden van af en aan rijdende camions opviel, was de hoeveelheid
stof overal. Na water en modder, de stofwolken.
Het laatste woord voor die zaterdag is voor een
jonge Marokkaan die met zijn familie zijn huis aan het leegmaken was.
Ervoor lag alweer een indrukwekkende afvalberg en toen ik daar met de
nodige tact een foto wou van maken (zie hierboven) en dus wachtte tot
iedereen uit beeld was (ik zou er zelf ook een hekel aan hebben om als
slachtoffer van een ramp te pas en onpas gefotografeerd te worden), kwam
hij naar me toe: “We komen dit wel te boven. Als je armoede gehad hebt
in je kinderjaren, als je honger geleden hebt, leer je dit te boven
komen. Het belangrijkste heb ik nog: mijn vrouw, mijn gezondheid, mijn
kinderen.” Ik kon hem alleen maar veel moed wensen.
Leven zonder
stroom: ‘s zomers is het zeker te doen
De volgende dagen bleef ik boven op ons bergske,
al lezende (het Duitstalige bomenboek), papieren opruimende en pratende
met de buurvrouwen (in nood komen mensen ‘tot elkander’) en vroeg slapen
gaande. Maandag 13/7 was er opeens weer
elektriciteit, net nadat die ochtend de jongste buurvrouw een
stoomgenerator had laten brengen. Ze viel me om de hals toen ik haar kon
gaan melden dat er weer stroom uit de muur kwam.
De ochtend nadien was ik weer als vroeger wakker
om half 5. Na 5 u slaap. Door het kunstlicht de avond voordien ? Wat die
kleine 5 dagen zonder elektriciteit me wel leerden, is datje
hier in de zomer nog echt zonder elektriciteit leven kan. En
waarom doen we niet zoals bv. in India waarvan ik ooit beelden zag van
op hometrainers fietsende jongens die zo de stroom voor het licht in en
het huiswerk van hun gezinnen produceerden ? Waarom ons afhankelijk
maken van ‘centrale’ stroomleveranciers ? Zal ik mijn koelkast en
diepvriezer ooit nog met gerust gemoed vullen ? Sinds maandag 13/7 viel
de elektriciteit hier overigens nog eens drie keer korte tijd uit; ook
tijdens het schrijven van dit verslag.
Merci Jan Jambon & co ……
Op maandag 19 juli kreeg ik twee kranten te
lezen: La Libre en Grenz Echo. La Libre keek ook over de grens naar hoein
Duitsland de klimaatthematiek aan belang won in de
aanloop naar de verkiezingen van dit najaar.
Over Nederland informeerde
de krant dat men daar erin geslaagd is om doden te
vermijden doordat het land waarvan één derde onder
de zeespiegel ligt, permanent veel investeert in
waterbeheer, onder andere door het water meer ruimte te geven.
Over investeringen ging ook het édito van La
Libre maar onze Belgische ‘publieke financiën’ zitten op droog zaad. Met
name door de belastingcadeaus van rechtse regeringen aan ‘het
bedrijfsleven’, nietwaar Bart De Wever ?
Vlaams MP Jan Jambon werd
op 16/7 door een lezer in ‘La Libre’ overigens aangesproken op de ‘besparingen’
die hij doorvoerde bij de Civiele Bescherming waarvan
hij verscheidene kazernes opdoekte.
Het Laatste Nieuws ging daar op 6 augustus op
door: “Sinds de hervorming onder voormalig minister van
Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) moet de Civiele Bescherming het met
minstens 810 medewerkers minder doen, zowel professionele
medewerkers als vrijwilligers. “De Civiele Bescherming is federaalvolledig
uitgehold om te besparen op de rug van de veiligheid van
de bevolking en hulpverleners”, zegt overheidsvakbond VSOA.”
Het Laatste Nieuws
Bij
de VRT is dan weer een interview te vinden met de vice-stafchef van het
Belgisch leger, Marc Thys, die stelt dat “de middelen van de civiele
bescherming, de brandweer en het leger de laatste jaren zo zijn
uitgedund dat het soms moeilijk is om hun taak uit te voeren.” Thijs die
sprak over 50 kilometer Vesdervallei van Eupen tot Luik die verwoest is,
gaf voorbeelden: “Vroeger hadden wij volledige eenheden voor het
herstellen van wegen, maar vandaag is dat heel beperkt geworden. Vroeger
konden wij bruggen leggen, nu niet meer. Het gaat hier om een erosie van
het defensieapparaat en van andere diensten."
VRT
Dat privé-organisaties zoals
het Rode Kruis evenmin opgewassen zijn tegen al
het werk dat op hen afkomt bij rampen van deze omvang, werd ook al
duidelijk aangetoond.
Eupen: van het ergste gespaard gebleven
Dinsdag 20 juli ging het per fiets richting
Eupen. Door Dolhain – tweemaal langs politiecontroles gemogen - en dan
door de Vesdervallei via Membach naar Eupen.
Hier weer overal hopen
afval en sporen van vernieling. Leeggemaakte huizen. Bij één
daarvan fotografeerde ik het contrast tussen een reclamebord voor een
tropisch vakantie-avontuur en de hoop afval eronder. Een jongeman kwam
naar me toe en nodigde me in het huis uit. Helemaal leeg. De vloeren en
muren zwartbruin van de modder. En de stank ! Niet te harden. Hoe krijg
je het ooit uit je hoofd als je woning in zo’n staat is geweest ? “We
zijn jong en we komen dit wel te boven”, klonk het toch.
In de ‘Unterstadt’ van Eupen viel de schade mee.
Veel vuiligheid langs de rivier maar slechts hier en daar een muur
beschadigd of ingestort. (Foto rechts) En overal waren
reinigingsdiensten druk in de weer. In Hoog-Eupen daarentegen geen spoor
van vernieling en zo ook langs de hoofdweg van Eupen langs Baelen terug
naar Dolhain.
‘Wallonië’
(inbegrepen een deel van de Oostkantons, ‘Ostbelgien’) is dan wel zwaar
getroffen, maar de ramp beperkt zich tot smalle valleistroken langs
rivieren zoals Vesder en Hoëgne.
Een kilometer of twee verderaf en hogerop, kon men zich van geen kwaad
bewust zijn.
“Infantiel gedrag”
Het opmerkelijkste uit de vijf kranten die ik in
Eupen op 20 juli kon kopen betrof een totaal ander thema. Maar daarover
subiet meer.
Eerst was er die schreeuwende titel van de in de
Carrefour van Eupen verkrijgbare Duitse sensatiekrant Bild:
“Katastrophaler Katastrophen-Schutz. So wurden die Menschen in
der Todes-Flut alleingelassen !” Snoeiharde kritiek op tal van Duitse
politici die uitblonken door afwezigheid, nalatigheid …
In de vaderlandse pers coverde Het Laatste Nieuws
de dag van nationale rouwen
binnenin het “speuren naar lichamen, niet langer naar overlevenden”.
Milieuhistoricus Tim Soens die later ook in De Morgen opdook met zijn
stelling dat de overstromingen geen natuurramp zijn, maar mensenwerk
(zie DGB 2173), vergeleek de huidige ramp met vorige overstromingen.
Zoals de grote kustoverstroming van 1953 en die van Ruisbroek in 1976,
waarna eindelijk de zeedijken gemoderniseerd werden. “Als het kalf
verdronken is …” Het Laatste Nieuws had het ook uitgebreid over de ‘golf
van solidariteit’: “Vanuit alle hoeken van het land komen
vrijwilligers om mee op te ruimen.”
De editie Verviers van L’Avenir stelde zich de
vraag of deze overstromingen de “coup fatal” worden voor de
handel in de binnenstad. In Dolhain bleek op dat
ogenblik geen enkele handelszaak nog te werken (niet helemaal waar, een
wat hoger gelegen apotheker bv. ontsnapte aan de overstromingen), wat al
de mensen die nu ook zonder auto zaten, veel problemen bezorgde.
Onzekerheid over hoe het verder moet met ‘das
Eupener Kabelwerk’, de grootste privé-werkverschaffer in Eupen,
beheerste de voorpagina van Grenz Echo van 20 juli. Grote
economische problemen ook aan de overkant van de grens, in het
Duitse Nordrhein-Westfalen en Rheinland-Pfalz.
Le Soir had ook de ‘Deuil national’ op zijn één,
plus het verhaal van cineast Thierry Micheldie
een groot deel van zijn in Congo gedraaide
documentairefilms verloren zag gaan. Maar het
grootste artikel op de voorpagina van Le Soir alsook op die van De
Morgen (dat de overstromingen al bijzaak voor een foto onderaan rechts
vond), betrof de in Brussel in honger staking zijnde “sans papiers”. “Plots
verkeert Vivaldi in nood” blokletterde De Morgen. PS
en Ecolo hadden gedreigd de regering te laten vallen als er een
hongerstaker zou overlijden. We weten nu hoe het afliep: de
hongerstakers werden overtuigd er mee te stoppen, er overleed niemand en
de regering viel niet.
Maar op het moment dat toen al zeker 31
landgenoten dood waren door de overstromingen en zo’n 10.000 mensen
zonder woonst zaten, verwacht je niet dat politici er toe in staat
zouden zijn de nationale regering te doen vallen over de hongerstaking
van een vierhonderdtal illegaal hier aanwezig zijnde buitenlanders, die
door hun actie verblijfsdocumenten wilden afdwingen. “Un comportement
infantile” betitelde Serge Morette zijn lezersbrief in L’Avenir van 22
juli. Kinderachtig gedrag van met name PS-vicepremier Pierre-Yves
Dermagne en Ecolo-covoorzitter Jean-Marc Nollet.
Serge Morette stond niet alleen met zijn
onbegrip. In Het Laatste Nieuws van 20 juli sprak ook Vooruit-voorzitter Conner
Rousseauzijn ongeloof uit: “Als regering hierover
valt, zou dat historische fout zijn.” Wilden Ecolo en PS misschien
Vlaams Blok dé kans geven het land kapot te maken ? Zouden de
hongerstakers die zo graag Belgische papieren willen, daar mee gediend
zijn ? Dan belanden ook zij samen met 11,6 miljoen Belgen van de regen
in de chaos van een à la Libanon onbestuurbaar geworden land.
‘Het epicentrum’: Pepinster, na de ‘waterbom’
Donderdag 22 juli bezocht ik samen met buurvrouw
Merry, Pepinster. We raakten er maar met moeite binnen – op weg voor
mijn tweede vaccin naar een deelgemeente van Pepinster - want ook hier
beperkte politie de toegang. Het oude textielcentrum aan de samenvloeiing
van Vesder en Hoëgne kreeg het van beide rivieren
zwaar te verduren. U zult er de voorbije weken ongetwijfeld massa’s
beelden van gezien hebben in kranten en op televisie, maar hier nog
enkele beelden van toestanden die ik aantrof op 22 juli, een week na de
overstromingen:
Het was meteen duidelijk: hier
moeten tientallen huizen gesloopt worden. Honderden mensen
dakloos. Terwijl mijn buurvrouw op een hoger gelegen strook aan de
spoorweg haar zus opzocht, klom ik nog wat hoger en kreeg er dit te
zien:
En
zo liggen er overal in soms echt bucolische valleien – Victor Hugo sprak
tijdens een reis in 1840 van “La Vesdre, la plus ravissante vallée qu'il
y ait au monde”, de Hoëgne wordt dan weer omschreven als
de mooiste rivier van Wallonië
- nu autowrakken in het water. Met helikopters van het Belgisch leger
tracht men die er uit te trekken, maar dat lukt niet altijd want in
Theux, zo vertelde een getuige me, brak daarbij de kabel. “De auto’s
zijn soms extra zwaar door het gesteente dat er zich in ophoopte.”
Van Pepinster keerden we terug via het ook zwaar
getroffen Ensival.
Behalve het zwaar materiaal waarmee er puin
uit de Vesder gehaald werd, herinner ik me de ‘douche-container’
(‘City Wash’, foto rechts) die stond opgesteld naast een post met waterbedeling door
het Rode Kruis. De omwonenden zaten een week na de overstromingen nog
altijd zonder leidingwater én dus ook zonder water om zich te wassen.
Vandaar de ‘douche-container’.
Nog in Ensival was er de ook al gehavende
winkel van Oxfam waar ik van de twee aanwezige
vrouwen de foto rechts onder maken mocht van hun vernield interieur.
Het noodlot van
Theresa: de Vesder ontnam haar alles
De rit eindigde die ochtend met een bezoek in het
hier nabije Surdent aan Theresa. Een 84-jarige kwieke Italiaanse die
jaren geleden haar man verloor aan de Vesder: hij verdronk bij het
voederen van eendjes. Nu verliest ze wellicht ook nog haar vermoedelijk
onstabiel geworden huis, waarvan de tuin door de Vesder weggespoeld
werd. Achter haar huis waren op donderdag mensen van de Civiele
Bescherming – die ik toen voor het eerst in een week ergens op het
terrein aantrof – in de Vesder in autowrakken aan het zoeken naar
vermisten.
Na een week voor het eerst de Civiele Bescherming in aktie
gezien.
De ravage aan de woning naast Theresa’s huis.
De Vesder
maakt er één van zijn vele bochten doorheen het rotsige landschap en het
was vaak in die bochten dat de kracht van de stroming de grootste schade
aanrichtte.
Theresa kwam nadat ze ons haar huis getoond had,
mee om bij de buurvrouw te middagmalen. Hier aangekomen vertelde ze
hoezeer ze de eerste dagen in schok was.
Ze zei aan haar familie altijd maar dat ze terug wou naar het huis
verderop in dezelfde straat waar ze voordien dertig jaar gewoond had.
Pas tijdens een gesprek een week later met haar dochter, ging ze
beseffen hoe verward ze geweest was. “Begrijp je me ?” vroeg ze wel tien
keer in dat sappig Italiaans klinkend Frans van haar. Ik vertelde haar
hoe ik zelf nadat ik in Schaarbeek was moeten vertrekken omdat de
eigenaar het huis verkocht, 8 jaar lang nachtmerries had omdat ik dacht
dat mijn appartement er nog altijd vol boeken stond. Daarvoor trommelde
ik in mijn slaap zelfs een al overleden oom weer op. Hersens
functioneren niet altijd rationeel maar vaak bijzonder emotioneel. Dus
ja, ik kon haar ergens wel ‘begrijpen’.
Theresa had het geluk dat meerdere hogerop
wonende kennissen haar onderdak aanboden want het dagelijks over en weer
rijden naar haar dochter in Hannuit, was niet vol te houden. Ondertussen
zijn we nog eens weken later en in het jongste gesprek met haar, vernam
ik dat ze nog altijd geen zekerheid heeft over haar huis. Haar kinderen
hadden al drie keer een afspraak met ‘de verzekeraar’ én ‘de
tegenpartij’, maar iedere keer kon er één van de twee niet komen
opdagen. Ze kijkt nu uit naar een appartement in Verviers. Maar ze is
daarmee, zoals we in de pers konden vernemen, één
van de naar schatting 10.000 mensen in de Vesdervallei die een andere
woonst moeten vinden. En dat moet gebeuren voor herfst en winter er aan
komen.
Mensen zijn
veerkrachtig, maar …
Ondertussen was ook ‘mijn’ huiseigenaar terug
uit vakantie in het buitenland. Om te ontdekken dat zijn krantenwinkel
in Theux vernieldwas. Met nog een handvol
vrienden hielp ik – ondanks de pijn in mijn linkerarm al maanden na een
strijd tegen de klimop in moeders tuin - te redden en elders te
stockeren wat er te redden viel. We pasten het systeem van de ‘ketting’
toe: spullen van hand tot hand doorgevend aan elkaar. Veel efficiënter
dan wanneer iedereen heen en weer gaat en men elkaar voor de voeten
loopt. Opvallend was de leuke sfeer waarin we werkten. Straffe verhalen
werden verteld. Gefoeterd werd op de stuwdambeheerders. En er kon weer
gelachen worden ‘om niets’.
Mensen zijn
veerkrachtig. Maar
hoeveel leed om
al wat verloren ging, zal er nog jaren smeulen onder
de door kameraadschap en solidariteit hervonden levensvreugde ?
Levensvreugde
ook omdat ‘essentiële diensten’ die
we voordien vanzelfsprekend vonden maar die we door de overstromingen
een tijd moesten missen, stilaan terugkeerden.
De elektriciteit eerst. Later de ‘eigen’ supermarkt. En op dinsdag 3
augustus de internetverbinding. (Maar bizar genoeg nog altijd niet de
vaste telefoon.) Toen het Internet weer werkte, liep ik buiten naar de
buurvrouwen, om mijn vreugde te delen. Net zoals ik het hen graag wou
gaan melden toen we weer stroom hadden. Waarna ik opgewekt grapte: ‘en
wat kunnen we daar nu allemaal mee doen ?’ Eigenlijk niet zo heel veel.
Best nuttige dingen. Maar feitelijk kunnen we er wel even zonder. Jaarlijks
tijdens de grote vakantie en het bouwverlof eens (goed aangekondigd) een
weekje alle stroom en telecommunicatie stil leggen: is dat geen
goed idee om onze ecologische voetafdruk te verminderen, de klimaatchaos
te temperen en ons vragen te doen stellen bij al te veel afhankelijkheid
van al die ‘centrale’ netwerken ?
Wallonië/België, hoe moet het verder ?
In haar edito in Le Soir van donderdag 22 juli
vroeg Béatrice Delvaux zich
af hoe het met het andermaal zwaar getroffen zuiden van het land verder
moet. Eerst verloor Wallonië zijn steenkoolmijnen, dan zijn
staalindustrie en nu krijgt één van zijn zeldzame economische motoren,
het toerisme, een zware klap. Dreigt er na de overstromingen “un
tsunami de l’endettement” ?
Maar de vraag stelt zich voor heel ons land want
ook het noorden kreeg de voorbije weken in de Voerstreek en elders in de
provincie Limburg alsook in Oost-Brabant zijn deel van de wateroverlast.
Daar overstroomden rivieren zoals de Demer en de Gete heelder gebieden
met onder andere rond het Schulensmeer tot gevolg het achterblijven van
massa’s rottende vis. Denken dat het lager gelegen
‘Vlaanderen’ immuun is voor de klimaatchaos, zou wel heel naïef zijn.
Delvaux rondde haar edito af met het prijzen van de
belangrijkste troef van ons land om de chaotische
toekomst tegemoet te gaan: solidariteit …Maar
moest dan toch Bart De Wever eind juli zijn rug weer keren naar het
zuiden met zijn verklaring dat hij gelukkiger zou sterven “si je pouvais
mourir en tant que Néerlandais du sud, qu’en tant que Belge.” Dat
terwijl er op enkele kilometers van Antwerpen nog naar de lijken van
overstromings-slachtoffers gezocht werd. Ook met hulp van “gewaardeerde
landgenoten uit het noorden van het land”.
De solidariteit tussen Noord en Zuid was
inderdaad opvallend. Op zaterdag 7 augustus titelde HLN: “Mireille
(67) uit Pepinster getuigt over de ellende: “Alles te danken aan Vlaamse
vrijwilligers”. Annick Grobben schreef dat het “nieuwe federale
crisiscentrum, in een poging om de hulpverlening in de getroffen Waalse
dorpen recht te trekken en de burgemeesters daar bij te staan, geen dag
te vroeg komt. Dan mag de Waalse overheid al vinden dat ze er is voor
haar mensen in nood, die mensen denken daar zelf, in al hun miserie,
anders over. Straffer: de hulp die ze krijgen, komt veelal van
goedhartige Vlamingen. "Zonder de massale steun van Vlaamse
vrijwilligers zouden wij hier helemaal aan ons lot zijn overgelaten."
Het Laatste Nieuws
Gezocht: sterke politiek leiders
Waar waren
inderdaad de voorbije weken de overheden waarvan
we er in dit hopeloos politiek versnipperd land zoveel te veel hebben.
Hier op mijn bergje in Limbourg kreeg ik welgeteld één overheidsbericht
op mijn gsm: van de provincie Luik (in het Duits) dat we de wegen
moesten vrijlaten voor de hulpverleners. Verder wel veel politie gezien,
die soms van ver hier komt patrouilleren, alsook het leger in de straten
van Verviers en Pepinster. Maar dat was het dan.
Ondertussen is in de pers het zoeken van de
schuldigen volop bezig. Aan Franstalige kant moet vooral ‘federaal’
minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden het ontgelden.
Zij heeft te snel al op 26 juli de ‘federale’ fase van de hulpverlening
beëindigd waarna ze op 6 augustus moest overgaan tot de oprichting van
“een federale ondersteuningscel die het Waalse commissariaat voor de
wederopbouw moet bijstaan”.
“Is
de grote zondebok aan Franstalige kant Verlinden” schreef De Standaard
“dan duikt in de Vlaamse media vooral de Luikse gouverneur Hervé Jamar
als zwakke schakel op.”
De Standaard
In De Tijd van 6 augustus had Rik Van Cauwelaert
het ook over het overheidsfalen. Samenvattend kan je twee elementen in
zijn betoog onderscheiden.
Ten eerste ook hier de kritiek dat de vorige
regeringen de hulpdiensten kapot bespaard hebben
en dat ze geen reserves achter de hand hielden voor “onvoorziene
onbekenden die hun plannen kunnen doorkruisen.”
Ten tweede het gebrek aan
politici die wars van alle belemmerende regels het heft in handen nemen
zoals wijlen Helmut Schmidt– de latere
bondskanselier – dat wel deed toen hij nog mee aan het hoofd stond van
de stadsstaat Hamburg, op het moment dat een moordende stormvloed begin
1962 in Noord-Duitsland 340 doden maakte. “Schmidt overtrad als
stadstaatminister meteen alle constitutionele beperkingen door niet
alleen de federale politie maar ook het leger en zelfs NAVO- eenheden op
te vorderen. (…) Schmidt kreeg niet de leiding van de hulpoperatie, hij
nam ze. Zo redde hij talloze levens. In een mum van tijd herbergde hij
ook duizenden daklozen.”
Wat een contrast met het twijfelende optreden
van zowel de Waalse (Elio Di Rupo) als Belgische (Annelies Verlinden)
overheden.
Van Cauwelaert vergeleek ook met een ander
binnenlands drama: “Het overstromingsdrama in de Vesdervallei en het
Maasbekken is een bijna identieke herhaling van wat zich 45 jaar geleden
in Ruisbroek afspeelde.” Ook toen werden waarschuwingen genegeerd en was
er van coördinatie van de hulp amper sprake.
Het leger in Verviers op 16 juli
Van
Cauwelaert wees er verder op hoe “nu al de opeenstapeling van puin de
getroffen stadjes voor hygiëneproblemen stelt.E en
beschaafd land als België kan het zich niet veroorloven de slachtoffers
al die tijd in de kou en tussen de afvalbergen achter te laten.
Het kernkabinet mag geen tijd verliezen en zet maar beter meteen massaal
het leger in: het beschikt over zwaar materieel voor de berging van de
stapels sloopvuilnis die nu al tot rattenplagen leiden, over
tentenkampen en wooncontainers, sanitaire installaties en
stroomgeneratoren om de dakloze getroffenen tijdelijk en in menswaardige
omstandigheden te logeren. Dat dit nog altijd niet is gebeurd, zal de
politiek terecht worden aangerekend.”
De Tijd
Gezocht: goed functionerende publieke diensten
Van Cauwelaert ging wel heel uitgebreid in op de
rol van politici maar niet op die van ons versnipperd staatsbestel. In
zijn edito in De Morgen van zaterdag 7 augustus deed Bart Eeckhout dat
wel. Al de vorige ‘staatshervormingen’ brachten ons “in plaats
van één sterke staat, een stuk of zeven manke ministaatjes.”
Eeckhout oordeelde dat ”voor het vertrouwen van
burgers in hun overheid de voorbije weken alweer verwoestend waren. Een
deel van de uitweg ligt voor de hand: de federale overheid moet weer
versterkt worden in haar kerntaken. Dat vergt niet eens grote
herfederaliseringen, wel een heldere blik op wat de burger mag
verwachten van zijn overheid en hoe dat gerealiseerd kan worden. Die
federale versterking zit nog altijd versluierd in een politieke en
intellectuele taboesfeer. Al vijftig jaar lang krijgt, zeker in
Vlaanderen, de intellectuele voorhoede de boodschap ingelepeld dat ‘meer
autonomie’ altijd een goede zaak is. Dat lezen al die spraakmakers in
elkaars boeken, dat horen ze in elkaars lezingen. En dus blijft de
kernvraag van elke institutionele hervorming: wat kunnen we nog meer uit
elkaar trekken?
Gaandeweg is dat uiteenrafelen een politiek
doel op zich geworden. Verdwenen is de ambitie om een publieke
dienstverlening te creëren die de burger centraal stelt.”
Aan het eind kwam ook de journalist van Van
Thillo’s De Morgen niet verder dan de suggestie om “liever de Senaat te
schrappen dan het medische beschermingsmateriaal, bespaar op provincies
en politieke mandaten in plaats van op leger en civiele bescherming. Het
is wellicht nog goedkoper ook.”
Gezocht: gezonde overheidsfinancies
Wat veel rendabeler zijn zou dan het verder
uitkleden van de provincies - die toch veel nuttig werk leveren, zeker
in crisistijden – is om eindelijk de grote op onze
economie parasiterende Amerikaanse belastingontduikers à la Fakebook en
Amazon (van de zich voor de lol de ruimte in
schietende rijkste dief op aarde, Jef Bezos) aan te pakken.
Zeer zeker moet ook maar eens de
subsidiestroom stoppen richting grote bedrijvendie
het eigenlijk niet nodig hebben. Dat geldt ook voor Van Thillo’s
Persgroep. Belgisch belastinggeld om in het buitenland persbedrijven op
te kopen: wat voor beleid is dat ? Maar dat durft geen journalist nog te
schrijven, zeker niet als men zelf werkt voor één van Van Thillo’s
publicaties of er misschien in de toekomst werk moet zoeken.
En zo zitten we bij het probleem dat we in dit
land geen echt onafhankelijke, laat staan een links onafhankelijke pers
meer hebben, waardoor ook heel het kapitalistisch
systeem nauwelijks nog in vraag gesteld kan
worden. Kapitalisme waarvan één van de kenmerken is dat het bij gebrek
aan collectieve planning ten dienste van het algemeen belang, van crisis
naar crisis sukkelt. Economisch, financieel, pandemisch … Waar altijd
moet bij vermeld worden, dat de pogingen om communistische
staatsplanningen door te drukken, ook faliekant afliepen. Een
soort van tussenoplossing lijkt te verkiezen, waarbij planning
en vrij initiatief gecombineerd worden, maar dat valt al evenzeer
moeilijk te realiseren; deels door de tegenkanting van machtige
kapitaalsgroepen maar ook door de passiviteit, desinteresse en
machteloosheid van grote delen van de bevolking.
Bevolkingen
verhuizen ? Bevolkingen beperken ?
In
het Waals Weekblad van vrijdag 6 augustus werd verwezen naar het
voorstel van klimaat-politicoloog François Gemenne om de
bevolking in overstromingsgevoelige locaties te laten verhuizen naar
veiliger oorden.
Le Soir Plus
Op
zaterdag 7/8 dan weer waarschuwde de burgemeester van het ook getroffen
Chaudfontaine, Daniel Bacquelaine, in La Libre Belgique dat "La vallée
de la Vesdre ne doit pas devenir une vallée fantôme". Een spookvallei.
De MR-politicus wil de exodus van getroffen bewoners vermijden.
La Libre
Waar zou heel de bevolking van de Vesdervallei
overigens naar toe moeten ? Is niet haast alle bebouwbare grond in ons
land al volgebouwd ?
Wat je echter
nooit in onze kapitalistische pers leest is dat we ook wel eens de
bevolking zouden kunnen beperken.
Op vrijdag 6/8 stelde mijn 89-jarige moeder nog aan de telefoon: “Wij
gewone mensen weten al jaren dat er te veel mensen zijn, maar ‘zij’
willen dat niet zien.”
Diezelfde dag zond een vriend een artikel uit De
Morgen toe waarin ‘demografen’ zich zorgen maakten over het
‘vrouwentekort’ in de wereld en met name in China
en India. Ouders kunnen daar dankzij de nieuwe technieken, nu kiezen
voor jongens in plaats van meisjes. Zorg van de demografen: “een
vrouwentekort kan ook leiden tot minder geboortes, waardoor de
instroom op de arbeidsmarkt beïnvloed wordt.”
De arbeidsmarkt … “Maar waarom moeten er meer
werkende mensen komen als we met een kleinere bevolking met minder
genoegen kunnen nemen ?”, was moeders antwoord. Ja, maar we leven in een
kapitalistische maatschappij en daarin draait alles om meer winst. Voor
de rijken hun extreme levensstijl– met nu ook al
ruimtereisjes –moeten er steeds meer werkende
mensen (de loonslaven die dan nog ‘werk-nemers’
genoemd worden) uitgebuit en natuur en planeet geplunderd worden.
In de beperking toont zich de meester, in de overdrijving mislukt alles
Herinner u die krachtige linkse slogan: “Gans het
raderwerk valt stil, als uw machtige (arbeiders-)arm dat wil.” Nu past
het om te stellen: “Gans het kapitalistisch winstbejag valt
stil, als we stoppen met werkslaven bij te verwekken.”
Rechts beweert al van in de tijd van heks
Thatcher dat er geen alternatief is voor het kapitalisme. Links droomde
van een socialistisch alternatief maar waar communisten het voor het
organiseren kregen, bleven de winkelrekken leeg. Een
echt ‘groenlinks’ beleid zou moeten kunnen tonen dat er wel een
alternatief voor beide mislukte systemen is: terug in harmonie met de
planeet leren leven door een drastische inperking van onze materiële
behoeften alsook een drastische beperking van onze over aantallen.
Twee kinderen per koppel kan nog, maar zoveel mogelijk koppels die nu
even bewust geen kinderen bijmaken, dat is de volgende pakweg 100 jaar
nog het efficiëntste om onze ‘earth overshoot’ grondig in te perken.
Eeuwenlang waren we me maar met miljoenen mensen
en bleef de planeet bespaard van klimaatchaos en de zesde grote
uitstervingsgolf onder planten en dieren. Nu we met 8 en straks 10
miljard mensen zijn, gewapend bovendien met een ontspoorde
technologische macht, maken we alles kapot, zelfs onze eigen
bestaansvoorwaarden. Het zal anders moeten.
Met minder mensen weer harmonieus leren leven
in evenwicht met de enige blauwgroene planeet die
zonnestelsels in de verre omtrek beschikbaar is.
Jan-Pieter Everaerts; Limbourg,
7 augustus 2021,
De Groene Belg 2175-2176